Assassin's Creed Wiki
Advertisement
Eraicon-RevelationsEraicon-Revelations book


"Altaïr, we zijn verraden. De vijand heeft het kasteel veroverd."
―Abbas Sofian tegen Altaïr Ibn'La'Ahad over de aanval op Masyaf.[bron]
Aanval op Masyaf
Mentor's keeper 5
Vorige

Beleg van Masyaf

Volgende

Zoektocht naar de kelk

Datum

1189

Plaats

Masyaf, Syrië

Resultaat
  • De Assassijnen kregen weer controle over Masyaf nadat ze het verloren hadden aan de Orde der Tempeliers
  • Verschillende leden van de Orde der Tempeliers en de Orde der Assassijnen zijn gedood
Strijders

Orde der Assassijnen

Orde der Tempeliers

gezagvoerders

Sterkte

Onbekend aantal

Onbekend aantal

Slachtoffers

Onbekend aantal

  • Haras
  • Onbekend aantal

De aanval op Masyaf was een gebeurtenis tijdens de hoge middeleeuwen in het jaar 1189 waarin een agent van de Assassijnen, Haras, de soldaten van de Tempeliers leidde in een aanval op Masyaf, het hoofdkwartier van de Orde der Assassijnen in Syrië. De Tempeliers verwoestten het dorp en wisten het Assassijnenfort te infiltreren. Ze namen enkele gevangenen mee naar binnen, zowel Assassijnen als burgers, maar ook Al Mualim, de mentor van de Levantijnse Assassijnen.

Naarmate de strijd vorderde, vochten de Assassijnen terug om de Tempeliers te verslaan en het fort te heroveren. Ze hadden maar weinig succes tot Altaïr Ibn-La'Ahad aankwam en het tij van de strijd keerde. Altaïr redde de burgers van het dorp, redde Al Mualim en heroverde het fort. Hij en de Assassijnen waren vervolgens in staat om de resterende aanvallers te verpletteren.

Overname van Masyaf[]

"Je begrijpt het niet. Ik ben geen verrader. Want ik heb nooit van jullie gehouden."
―Haras tegen Altaïr over zijn ware trouw aan de Tempeliers.[bron]

Circa 1189 trad Haras, een mysterieuze man, toe tot de Syrische Assassijnen. Haras groeide uit tot een Assassijn met een vergelijkbaar karakter als een Tempelier. Tijdens zijn termijn bij de Orde wist hij geen promotie te krijgen.

Haras werd de Orde der Assassijnen beu en voegde zich bij de Tempeliers. Hoewel hij zich stiekem bij de Tempeliers had gevoegd, bleef Haras in Masyaf als agent. In 1189 leidde Haras de troepen van de Tempeliers naar Masyaf en vermomde zich als een kruisvaarder van de Tempeliers, zodat zijn identiteit niet bekend zou worden.

De Tempeliers gingen snel door het dorp, terwijl ze vee en dorpelingen vermoordden en hielden enkele burgers als gijzelaars. Haras baande zich al snel een weg naar het fort van Masyaf, waar hij samen met een aantal soldaten enkele Assassijnen gevangennam. De gijzelaars werden op de binnenplaats van het fort geplaatst, waar ze bewaakt en ondervraagd werden door Haras.

Andere gevangenen werden geëxecuteerd en van de muren van het fort gegooid. Terwijl de soldaten van de Tempeliers het dorp aan het uitmoorden waren, werden de Assassijnen teruggestuurd om te vechten. Het dorp kwam onder vuur te staan toen de Assassijnen hun grond probeerden te heroveren.

Terugwinning van Masyaf[]

Altaïrs aankomst[]

Altair: "Als ik de poort sluit, val jij de kruisvaarders in het dorp aan en drijf je ze het ravijn in."
Abbas: "Dat lukt je nooit."
Altair: "Abbas. Maak geen fouten."
—Altaïr tegen Abbas over zijn plan.[bron]
Mentor's keeper 1

Altaïr komt aan in Masyaf

Hoewel het fort ingenomen was, werd de strijd tussen de Assassijnen en de Tempeliers in het dorp voortgezet. De Assassijnen waren niet in staat om het fort te bereiken en hun mentor te redden, omdat ze zich geen weg konden vechten door de Tempeliers in het dorp.

Uiteindelijk kwam de Assassijn Altaïr Ibn-La'Ahad aan in het dorp. Hij merkte dat een Assassijn overtroffen was door een aantal soldaten. Altaïr kwam van achteren op zijn paard aan en vermoordde de eerste soldaat met zijn zwaard.

De tweede man sneed en brak de voet van een onbenoemde Assassijn. Altaïr steeg af en gooide een mes naar de Tempelier voordat hij een laatste klap kon uitdelen. Altaïr hielp de Assassijn naar een nabijgelegen bank. De gewonde Assassijn waardeerde Ataïrs hulp en vroeg naar zijn naam.

Mentor's keeper 3

Abbas informeert Altaïr over de aanval

Altaïr antwoordde dat hij de zoon van Umar Ibn-La'Ahad was en prees de man. Altaïr neigde naar de wonden van de Assassijn toen Abbas Sofian aankwam en Altaïr informeerde dat ze verraden waren en het fort overspoeld was door soldaten van de Tempeliers.

Altaïr eiste Al Mualims status en Abbas verklaarde dat hij gegijzeld werd toen de agenten van de Tempeliers het fort in namen. Altaïr keek naar de strijd in de verte en was er van overtuigd dat het een verloren strijd was.

Abbas drong aan dat de Assassijnen zich moesten terugtrekken en dacht dat ze Al Mualim niet konden redden. Altaïr was er echter van overtuigd dat hij hun mentor kon redden en het fort kon heroveren en zei tegen Abbas dat de Assassijnen de Tempeliers moesten flankeren zodra de poorten van het fort gesloten werden, om hen daarna in het ravijn te drijven. Abbas protesteerde en zei dat Altaïr geen schijn van kans had tegen de Tempeliers in het dorp, laat staan bij het fort te komen en Al Mualim te redden.

Altaïr negeerde het protest en vertelde Abbas simpelweg geen fouten te maken. Altaïr verliet vervolgens Abbas en de gewonde Assassijn en liep naar de strijd in het dorp om zijn mede-Assassijnen te helpen de Tempeliers te doden en verschillende dorpsbewoners te helpen terwijl hij zich een weg naar het fort maaide.

Redden van Al Mualim[]

"Vertel me wat je weet over het artefact en waarom je ernaar zoekt. Een kleine prijs om dat wat je hier hebt gebouwd te behouden, of niet?"
―Haras tegen Al Mualim over een "artefact".[bron]
Mentor's keeper 7

Tempeliers houden Al Mualim gevangen

Bij de poort werd Altaïr gestopt door de agent van de Tempeliers, die zich bekendmaakte als Haras. Haras beweerde dat hij Al Mualim en de andere Assassijnengijzelaars zou doden als hij verder in het fort kwam.

Altaïr waarschuwde de verrader dat hij het fort niet levend zou verlaten, maar Haras zette zijn helm weer op en antwoordde dat hij geen verrader was, want hij kon degenen waarvan hij nooit had gehouden niet verraden. Altaïr snauwde dat Haras twee keer zo walgelijk was omdat hij in een leugen leefde.

De poorten van het fort werden gesloten en Haras keerde terug naar de gevangenen om ze te ondervragen. Omdat de poorten ervoor zorgden dat Altaïr niet binnen kon komen, nam hij een alternatieve route over de muren. Haras begon Al Mualim te ondervragen en drong aan om informatie te krijgen over een "artefact". Hij doodde drie Assassijnengijzelaars, één voor één, om zo Al Mualim te dwingen hem te vertellen wat hij nodig had.

Mentor's keeper 9

Eén van de Assassijnengijzelaars wordt geëxecuteerd

De woedende Haras bood Al Mualim een laatste kans. Altaïr was echter in staat om dicht bij de drie Tempeliers en de mentor te komen, bovenop een richel. Altaïr was in een slechte situatie terechtgekomen en er was bijna geen manier om de dood van zijn mentor te voorkomen.

Als laatste redmiddel sprong Altaïr van de richel met zijn verborgen mes in de aanslag en landde op de nietsvermoedende Tempelier. De twee soldaten die Al Mualim in bedwang hielden, waren geschokt door de dood van hun leider waardoor Al Mualim van de gelegenheid gebruikmaakte om los te breken en zijn ontvoerders uit te schakelen.

Toen Haras stierf, beweerde hij dat de Tempeliers wisten dat de mens zwak en nietig was, hoewel Altaïr weerlegde dat het credo het tegendeel bewees. Haras stierf daarna en zei nog dat hij "te wijs" was om zulke dingen te geloven. Nu het fort heroverd was en Al Mualim gered, begonnen Altaïr en zijn mentor te wandelen in de binnenplaats.

Mentor's keeper 11

Altaïr en Al Mualim

Al Mualim vroeg waarom Altaïr de Tempelier een kans gaf zijn waardigheid te redden. Altaïr beweerde dat niemand hoort te sterven zonder goedheid te hebben gekend. Al Mualim gaf toe dat hij Altaïr snel een man zag worden en dat hem dat met zowel droefheid als trots vervulde. Al Mualim beweerde vervolgens dat de rol van Altaïrs vader perfect bij hem paste. Al Mualim zei dat Altaïrs vader boven alles een Assassijn was en vroeg of de jonge Assassijn iets in zijn leven betreurde.

Altaïr vroeg zich af hoe hij het enige leven dat hij kende kon betreuren. Al Mualim vertelde uiteindelijk aan Altaïr dat hij zijn weg naar glorie mettertijd zou vinden en dat de strijd om Masyaf nog niet voorbij was. De twee Assassijnen verlieten vervolgens het fort en sloten zich aan bij de andere Assassijnen in het gevecht tegen de Tempeliers.

Nasleep[]

Altaïr: "Spijt van het enige leven dat ik ooit heb gekend?"
Al Mualim: "Misschien vind je een manier. Dan is het aan jou om je eigen pad te kiezen. Kom. En hou je zwaard gereed. De strijd is nog niet gewonnen."
―Al Mualim tegen Altaïr over de aanval op Masyaf.[bron]

Het Assassijnenfort werd teruggewonnen. Abbas en de andere Assassijnen verdreven de Tempeliers onder Altaïrs leiding en wonnen het dorp van Masyaf terug. Altaïr werd gepromoveerd tot de rang meesterassassijn.

Referenties[]

Advertisement